De Nederlandse Sojoez Missie "DELTA" met André Kuipers naar het ISS

Hierbij vind u een kort overzicht van de activiteiten zoals uitgevoerd tijdens de Nederlandese Sojoez Missie, DELTA, (voormalig ook bekend als de NL-Taxi Flight of Dutch Soyuz Mission, DSM). Tijdens de vlucht van Andre Kuipers met een Russische Sojoez naar het internationale ruimtestation, ISS, en zijn 8 daagse verblijf aldaar zijn wetenschappelijke, technologische en educatieve experimenten uitgevoerd. Zie hiervoor de lijst van experimenten hieronder.
De lancering van André met de Sojoez 8S was op maandag 19 april 2004 om 07:16u Moskou tijd vanaf de steppen in Kazagstan. De lancering was vanaf het zelfde platform als vanwaar de eerste mens in de ruimte, Joeri Gagarin vertrok in zijn Vostok 1 op 12 april 1961.

Op donderdag 2 december worden de (voorlopige) resultaten van de DELTA missie gepresenteerd in het Erasmus User Center op ESA-ESTEC in Noorwijk. Bekijk het programma. U kunt u hier opgeven voor deze dag. Registratie is open voor betrokkenen van academia, ruimtevaart-industrie en technologie instituten en beleidsmakers op dit terrein. Registratie is verplicht, ook voor (locale) ESA medewerkers.

De experimenten zijn in vijf groepen in te delen:

Wanneer u na het lezen van de korte beschrijvingen meer wilt weten over een specifiek type onderzoek kunt u terecht bij de onderzoekers zelf of bij de desbetreffende coordinatoren. Onder ' 'Publications' kunt u meer details voinden over sommige studies. Ook kunt u op trefwoord (persoon of onderwerp) binnen de gehele DESC site zoeken. Een aantal educatieve activiteiten zoals we die met Andre Kuipers in het verleden hebben uitgevoerd kunt u vinden onder 'Education'.

Biologie (Science coordinator dr. Jack van Loon (DESC-VU))

The Influence Of Gravity On The Cytoskeleton And The Determination Of The Division Plane In Plants (TUBUL)
prof.dr. A.M.C Emons , dr. B. Sieberer (WU)
Het cytoskelet van plantencellen speelt een cruciale rol in de ruimtelijke organisatie van de cel, celdeling, en de richting van celgroei. Hierdoor bepaalt het cytoskelet een rol bij het bepalen van de vorm en opbrengst van de plant. Verschillende studies zijn gericht op de rol van het actine en tubuline cytoskelet in respons op zwaartekracht in groeiende planten. Echter, weinig is bekend van de effecten van de zwaartekracht op de fysische eigenschappen van het cytoskelet en het effect daarvan op celdeling.
Wat bekend is, is dat tubuline zichzelf in vitro rangschikt in parallelle microtubuli, maar onder microgewichtcondities vind deze rangschikking niet plaats. Organisatie van microtubuli in regenererende planten protoplasten is ook afhankelijk van de zwaartekracht.
Het doel van dit experiment is om de rol van zwaartekracht te bepalen in de organisatie en dynamica van microtubuli in levende plantencellen, met name in processen die van belang zijn voor de celdeling; de interfase, de phragosome formatie en preprophase band formatie. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

Influence of Microgravity on the Activation of NFk B (KAPPA)
dr. M.P. Peppelenbosch, dr. H.H. Versteeg, AMC

In de laatste decennia van de vorige eeuw is de incidentie van auto-immuunziekten (astma, voedsel- en andere allergieën, reuma etc.) steeds verder toegenomen, terwijl er voor deze klasse van ziekten nauwelijks nieuwe behandelmethoden zijn ontwikkeld. Vandaar dat in het hedendaagse biomedische onderzoek het zoeken naar niet-gevaarlijke immuunsuppressiva een belangrijke rol speelt.
Het is belangrijk te constateren dat in astronauten een dergelijke immuunsuppressie optreedt. Dit is zowel in vivo als in vitro (met gekweekte lymfocyten) aangetoond. Het ontrafelen van de onderliggende mechanismen zou van groot belang kunnen zijn voor de medische wetenschap.
De transcriptiefactor NFk B is een van de belangrijkste moleculaire regulatoren van ontstekings- en immuunreacties. NFk B staat onder strenge controle van verschillende regulatiemechanismen in de cellen van het immuunsysteem. In dit experiment zullen enkele van deze activatie-parameters (nucleaire translocatie, fosforylering van de NFk B inhibitor Ik B, en de activatie van verschillende kinases) bestudeerd worden.

Role of microgravity on actin metabolism in mammalian cells (ACTIN)
prof.dr. J. Boonstra, UU and dr. P.T. van der Saag, NIOB

(Photo: Univ. Utreht, NL)

Verschillende studies hebben aangetoond dat zwaartekracht zowel de groei als de differentiatie van zoogdiercellen beïnvloed. De meest sprekende voorbeelden hiervan zijn de remmende werking van microgewicht op de activatie van lymfocyten en de menselijke kanker cellijn A431. Boonstra en vele anderen hebben aangetoond dat de effecten van microgewicht op zoogdiercellen waarschijnlijk gemedieerd worden door een onderdeel van het cytoskelet van de cel, de actine microfilamenten. Het doel van het huidige experimentvoorstel is de effecten van microgewicht op het metabolisme en de structuur van actine microfilamenten nader te bestuderen. Van een uitgebreide familie van eiwitten waarvan bekend is dat zij het proces van actine (de)polymerisatie beïnvloeden zal de expressie, lokalisatie en activiteit bepaald worden onder microgewichtcondities (en hypergewichtcondities in een centrifuge). Daarnaast zullen mogelijk nieuwe zwaartekracht-afhankelijke genen geïdentificeerd worden door DNA microarray analyse.

Microgravity and Bone Cell Mechanosensitivity (FLOW)
dr. J. Klein-Nulend, VU, drs. M. Bacabac VU en dr. J.J.W.A. van Loon, DESC-VU
Reeds geruime tijd wordt meer en meer ingezien dat het belasten van skeletdelen, zoals botstukken in de benen en in de wervelkolom, belangrijk is voor het gezond houden van het bot. Het wordt steeds duidelijker dat met name bij het ouder worden botverlies optreedt door een verminderde mobiliteit (immobilisatie osteoporose). Tegen deze achtergrond wordt de laatste jaren binnen het internationale botonderzoek steeds meer onderzoek gedaan naar de mechanismen waarmee cellen in het bot mechanische belasting waarnemen en er vervolgens als weefsel op reageren. Dit type onderzoek wordt voornamelijk gedaan onder weefselkweek condities (in vitro) aan geïsoleerde botcellen of botweefsel.


(Photo : Univ. Leiden)

Microgewicht heeft een negatieve invloed op botten en botcellen, zowel in vitro als in vivo. Het verlies van botmineraal gedurende een ruimtevlucht zou het gevolg kunnen zijn van een uitzonderlijke vorm van ontlasting van het skelet, als gevolg van gewichtloosheid. Anderzijds zou de mechanogevoeligheid van botcellen direct verzwakt kunnen zijn onder microgewichtcondities. Dit project omvat goed gecontroleerde studies onder microgewichtcondities om de hypothese te testen dat er een directe interactie bestaat tussen microgewicht en cytoskelet-gemedieerde cellulaire processen die ten grondslag liggen aan de perceptie van mechanische belasting. Zij kunnen daarnaast nieuw licht werpen op het fenomeen van immobilisatie osteoporose op aarde. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

First International C. Elegans Experiment (ICE-first)
Experiment Coorinator dr. Michel Viso, CNES, Paris. Scientific Team: dr. Nicole Buckley (Ottawa, CA), dr. Bev Girten and dr. Cassie Conley (Nasa-ARC, US), dr. Jany Vassy (CNRS. Paris, FR), dr. Ann Rose (Vancouver, CA), dr. Noriaki Ishioka (JAXA, JP) and dr. Laurent Ségalat (Lyon, FR).

C. elegans is een klein wormpje dat veel als modelorganisme wordt gebruikt voor diverse genetische en andere biologische studies. In dit internationale experiment wordt een wild-type en diverse mutanten van dit organisme gebruikt om de invloed vban microgewicht en cosmische straling te onderzoeken. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)



Een plungerbox unit.(Photo: CCM)

All deze biologieexperimenten worden uitgevoerd in de zogenaamde KUBIK. Dit is een soort incubator ontwikkeld door ESA waarin de experimenten op een bepaalde temparatuur gehouden kunnen worden. In deze KUBIK zit ook nog een centrifuge om aan boord van de Soyuz en ISS een 'aardse' controle te hebben. De experimenten zelf zitten in kleine afgesloten doosjes met daarin een zogenaamde 'Plunger Box Unit (zie linker foto hiernaast). Deze doosjes (20x40x60mm) zijn eigenlijk complete minilaboratoria. Alle handelingen die je normaal in het laboratorium zou doen zijn nu voor een groot gedeelte geautomatiseerd.In de rechter foto legt Edwin Langerak van CCM (het bedrijf die de doosjes voor de biologie-experimenten ontwikkeld) aan André uit hoe e.e.a. tijdens de vlucht moet worden uitgevoerd en waarop gelet dient te worden.


(Photo: DESC/J.van Loon)

Natuurkundig, Technologisch (Science coordinator dr. Jan Vreeburg (NLR))

Transport processen in metal halide lamps (ARGES)
prof.dr. G.M.W. Kroesen (TUE), dr. M. Haverlag (Philips Lighting)
Het experiment betreft plasma-fysische metingen aan hogedruk lampen, waarvan de werking ongewenst afhankelijk is van oriëntatie t.o.v. de zwaartekracht. De microgravity metingen zullen worden vergeleken met theoretische modelberekeningen, welke in een parallel project aan STW zijn voorgesteld. Door TU-Eindhoven en Philips CDL samen is een projectgroep opgezet, waarbinnen de benodigde experimentele opstelling wordt uitgewerkt. Hiervan zal een versie worden gerealiseerd welke op een parabolische vlucht in 2003 kan worden getest, als voorbereiding op het experiment tijdens de vlucht van André Kuipers. Zie verder ook de ARGES web site.

Performance of heatpipes in microgravity (HEAT)
dr. G. Grommers (Dutch Space), prof.dr. J.C. Legros (B)
Heatpipes transporteren hitte van het ene uiteinde van de pijp naar het andere door cappilaire werking. Dit proces wordt gestuurd door verdamping en condensatie van vloestof aan beide uiteinden. Dit principe wordt zowel op de grond (electronica) als in de ruimte (satellieten) toegepast.
Het wordt algemeen aangenomen dat gewichtloosheid invloed uitoefent op de performance van heat pipes, maar dit is nog nooit aangetoond. Dit experiment heeft als doelstelling om deze hypothese te testen. De resultaten zijn van groot belang voor het ontwikkelen van heat pipes voor satellieten

(Source: FUB, Belgie)

Humane Fysiologie (Science coordinator dr. Jack van Loon (DESC-VU))

Physiological Parameters that Predict Orthostatic Intolerance After Spaceflight (HEART)
dr. J.M. Karemaker, AMC, et al. (NL, USA)
Astronauten blijken in verhevigde mate klachten te hebben bij terugkeer uit de ruimte die ook worden gezien bij mensen die door ziekte langdurig bedlegerig zijn geweest, waaronder duizeligheid, misselijkheid en soms zelfs flauwvallen. Hieraan liggen problemen met de bloeddrukregeling ten grondslag. Om die bloeddruk goed te regelen heeft het menselijk lichaam uitgebreide terugkoppelingsmechanismen, die onmiddellijk in werking treden zodra er een verandering optreedt.
Het experiment heeft tot doel om meer te weten te komen over de invloed van verblijf in de ruimte op het systeem van bloeddrukregeling in het lichaam. Binnen het experiment zullen de astronauten zowel voor als na de vlucht onderworpen worden aan verschillende bloeddrukmetingen, onder andere op een door Karemaker gebouwde Kieptafel in het AMC. Daarnaast zullen er verschillende grondmetingen gedaan worden aan gezonde proefpersonen om een computermodel van de bloeddrukregulatie verder uit te breiden. Dit computermodel kan ondermeer helpen bij het voorkomen van bloeddrukproblemen bij bedlegerige patiënten.
Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

24-hr profile of blood pressure and heart rate in microgravity (CIRCA)
dr. J.M. Karemaker, AMC (NL), Prof.dr. C. Gharib (FR) et al.

Om het effect van bloeddruk op het cardiovasculaire systeem te kunnen bepalen dient het complete dag en nacht patroon bestudeerd te worden. Op de grond dalen zowel bloeddruk als hartslag ongeveer 20% gedurende de nacht. Dit experiment test de hypothese dat het 24-uurs bloeddrukpatroon drastisch verandert onder gewichtloze condities. Deze studie is mede van belang voor een langdurig verblijf van mensen in de ruimte.
Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

(Source: dr. G.A. van Montfrans)

Tactile-torso-display aided orientation awareness and body awareness (SUIT)
Dr. J. van Erp en dr. H.J. van Veen, TNO.
TNO ontwikkeld het zogenaamde Tactiele Vest. Dit vest geeft de persoon die het draagt een onafhankelijke en nauwkeurige indicatie over zijn positie in de ruimte t.o.v een willekeurig ander punt. Het opent de weg naar vele toepassingen (blinden, piloten), ook in de ruimte (activiteiten buiten het ruimteschip). Uittesten van een dergelijk vest in de ruimte is nog niet eerder gedaan en moet aantonen dat het systeem zonder problemen functioneert. Foto: Andre Kuipers tijdens een training in Moskou (Sterrenstad / Gagarin Cosmonau Trainig Center) met de Sojoez commander Gennadi Padalka.
Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)


(Photo: DESC/J.van Loon)

Vestibular Adaptation to Gravity Transitions (MOP)
Dr. J.E. Bos, dr. E. Groen et al (TNO-HF)
Sommige astronauten ondervinden kort na de lancering last van zogenaamde ruimteziekte (Space Adaptation Syndrom of SAS), een aan zeeziekte verwant fenomeen dat te maken heeft met het ontregeld raken van het vestibulaire- of evenwichtssysteem. TNO heeft eerder aangetoond, o.a. in samenhang met de vlucht van Wubbo Ockels, dat de zogenaamde "sickness induced by long duration centrifugation" (SIC), waarin de proefpersoon geruime tijd aan 2-3 de aardse zwaartekracht wordt blootgesteld alvorens weer de gewone zwaartekracht te voelen, de symptomen van SAS zeer goed nabootst. Omdat hiervoor een vestibulaire oorzaak is aangetoond is SIC niet alleen een waardevol middel voor wetenschappelijk onderzoek naar vestibulaire adaptatie maar ook voor de selectie en training van kandidaat-astronauten. De effecten van variatie van G-level of tijdsduur zijn tot op heden nog niet bepaald.
Het doel van de voorgestelde studie is om inzicht te verkrijgen in de fysiologische en zenuwstelsel gemedieerde mechanismen van vestibulaire adaptatie na veranderende niveaus van zwaartekracht in een centrifuge. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

(Photo: TNO)

Molecular and physiological analysis of bacterial samples isolated from manned space craft (SAMPLE)
Dr. H.J.M. Harmsen, RUG, dr. J. Krooneman, Bioclear environmental technology b.v., dr. P. Landidi (CH)

In bemande ruimtevaartuigen is besmetting door (potentieel) pathogene microorganismen een serieus probleem, zeker gezien het feit dat ruimtevluchten een negatief effect hebben op de weerstand van astronauten. Hier komt nog bij dat eerdere studies hebben aangetoond dat onder microgewichtomstandigheden, de groei van van microorganismen wordt versneld en de resistentie tegen antibiotica wordt beinvloed. Derhalve is nauwkeurige monitoring van het voorkomen van pathogene micro-organismen van groot belang. Dit experiment heeft als doelstelling het bepalen van de verschillende (pathogene) micro-organismen aan boord van het ISS. Plaatje: Sample kit voor ditr experiment (Dutch Space) Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)


(Photo: Dutch Space)

Low back pain during space flight (MUSCLE)
Prof.dr.ir. C.J. Snijders*, Prof.dr. C.A. Richardson**, J.A. Hides, dr. A.L
. Pool-Goudzwaard. *Erasmus MC, * Univ. Queensland (AU)

(Source: EUR, NL)
Van de shuttlebemanning ervaart 72% een of andere vorm van lage rugklachten tijdens de vlucht terwijl 28% van de astronauten-kosmonauten matige tot ernstige lage rugklachten heeft. Dat is opmerkelijk omdat op aarde rugklachten vooral worden toegeschreven aan te zware belasting, grotendeels door de zwaartekracht. In Rotterdam is daarom een theorie ontwikkeld die het ontstaan van rugklachten verklaart in situaties met nauwelijks of geen compressie van de wervelkolom. De clue wordt gezien in het probleem dat het onderste deel van de wervelkolom, het heiligbeen, moet worden vastgehouden tussen de twee heupbeenderen. Recent werd in Rotterdam vastgesteld dat hiervoor een diepgelegen spierkorset de hele dag actief is, de tonische spieren gaan 's morgens aan bij het opstaan en 's avonds weer uit bij het gaan liggen. De hypothese is gesteld dat dit beschermende mechanisme niet werkt in de ruimte waardoor bepaalde ligamenten worden overbelast, in het bijzonder de iliolumbale. Daarom wordt gevraagd aan André om tijdens de vlucht na elke dag een vragenlijst over rugklachten in te vullen. Die gedetailleerde registratie kan dan worden gelegd naast een eerdere meting (tijdens de zogenaamde "Berlin bedrest study") van veranderingen in morfologie en spiervolumes in de regio van lage rug en bekken. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

Mouse Telemeter (MOT)
Drs. G. van Essen, Theo Gerrits, TeleMetronics Biometry, NL
Voor het verkrijgen van meer inzicht in hoe eeen (menselijk) lichaam reageert op het wegvallen van de zwaartekracht is het gebruik van dierexperimentele modellen noodzakelijk. In de voorbereidingen op dit onderzoek wordt een nieuw type telemeter ontwikkeld door Telemetronics. De uitindelijke versie van dit systeem heeft ook toepassingen op Aarde. Door het gebruik van telemetrie kunnen o.a. de aantallen proefdieren die voor medisch onderzoek noodzakelijk zijn worden verminderd. Tijdens de vlucht zal een onderdeel van de telemeter, nl. de versnellingsopnemenrs worden getest. Het is niet nodig hiervoor proefdieren te gebruiken. Het kastje dat hiervoor gebruikt wordt wordt door André op een standaard mannier in beweging gebracht
.

Orientation of Listing's Plane (OLP)
Prof.dr. A.H. Clarke (FU-Berlijn, DE), Dr. J.E. Bos, (TNO-HF)
Oriëntatie van Listings Vlak. Het vestibulaire systeem (dat gevoelig is voor lineaire versnellingen - inclusief de zwaartekracht - en rotaties van het hoofd) en het visuele systeem zijn sterk gekoppeld. Wanneer het hoofd beweegt, bewegen de ogen in tegengestelde richting om ervoor te zorgen dat er een stabiel beeld op het netvlies blijft. Uit eerder onderzoek blijkt dat het assenstelsel waarin deze reflexmatige oogbewegingen plaatsvinden (vestibulair referentie kader), samenvalt met het assenstelsel waarin vrijwillige oogbewegingen plaatsvinden (visueel referentiekader, ook bekend als Listing's vlak). Hierbij speelt de vestibulaire informatie over de oriëntatie van het hoofd ten opzichte van de zwaartekracht een belangrijke rol. Het is de vraag of de afwezigheid van zwaartekracht invloed heeft op de koppeling tussen deze twee referentie kaders en daarmee op de waarneming van ruimtelijke orientatie.
Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

Aardobservatie

Observatie van bliksems en "Sprites" (LSO)
Dr. E. Blanc (CEA, Bruyeres le chatel, France)
Een "sprite" is een meteorologisch fenomeen dat pas in 1989 is ontdekt. Sprites zijn lichtverschijnselen boven onweersbuien en duren maar een paar milliseconden. Het vermoeden is dat het hier een vorm van elektrische ontlading van de wolk betreft. Het Franse instituut CEA (Commissariat a l'Energie Atomique) doet waarnemingen van deze "sprites" en onderzoekt hoe frequent ze voorkomen en wat de rol van het fenomeen is bij onweer. Hoewel onweer geen nieuw verschijnsel is, wordt de precieze werking ervan nog steeds niet exact begrepen en blijft het voorspellen ervan moeilijk. Omdat "sprites" vanaf de grond niet te zien zijn, is het ruimtestation in zijn relatief lage baan een zeer geschikt platform voor deze waarnemingen.
Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

Educatie (NL coordinator dr. Jack van Loon (DESC-VU))

Seeds-in-Space
Jack van Loon (DESC-VU) en Koen Weterings (Radboud Univ. Nijmegen) zijn verantwoordelijk voor het 'in-flight gedeelte'.

Seeds-in-Space is een educatief experiment waarbij André aan boord ISS zaden van de raketsla plant (Rucola of Eruca sativa) laat ontkiemen in gewichtloosheid met en zonder licht. We kunnen hierbij dus de twee belangrijkste parameters voor de groeirichting van een plant namelijk zwaartekracht en licht bekijken. Hetzelfde experiment zal op de grond gebeuren. Alle lagere en middelbare scholen zullen in de gelegenheid worden gesteld aan dit experiment mee te doen. De resultaten aan boord van het ruimtestation kunnen zo vergeleken worden met alle controle experimenten op de grond. De start en het eindresultaat zullen middels een life videoverbinding worden gevolgd. Meer informatie over dit experiment is te vinden op the Seeds in Space web site: seedsinspace.nl. Dit experiment is welliswaar bedacht en geinitieerd door DESC en samen met SRON (Jasper Wamsteker) verder ontwikkeld maar zou niet gerealiseerd kunnen zijn met financiele steun van het ministerie van OC&W en ondersteuning van Niek de Kort, Plato PC (Ton van Veen), NIBI (o.a. Leen van den Oever, Tycho Malmberg), NWO (Michael v.d. Meer), Dutch Space, Louise Fredriksz en vele anderen.
Er zijn in totaal zo'n 73 duizend !! SEEDS raketten gemaakt. Het leeuwendeel besteld door scholen en particulieren in Nederland. Daarnaast voorziet ESA ook nog eens 6000 paketten voor Duitse lagere scholen en er zijn ook een aantal scholen in Moskou en de Nederlandse Antillen die meedoen. Een ding is zeker; André heeft er zin in want . . . . . 'Seeds-in-Space' zet alles op z'n kop. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)


(Photo: DESC/J.van Loon)

Lagere scholen
In het kader van de DSM vlucht zal de Europese ruimtevaartorganisatie ESA diverse websites lanceren waar op een zeer informatie wijze bemande ruimtevaart voor kinderen in kaart wordt gebracht. Een daarvan is de "Zeg-het-ISS" site. Hieraan is ook een wedstrijd verbonden met als hoofdprijs een radiocontact met André Kuipers aan boord van het ISS. Voor meer informatie hierover kunt u het best de ESA site bezoeken: ESA educatie site.

Er is ook de mogelijkehdi voor leerkingen om via het amateurradio systeem contact te leggen met Andre aan boord van het ISS. Dit zg. ARISS (Amateur Radio met het ISS) is een ESA initiatief maar waar o.a. ook de mensen van het ARGES experiment aan mee doen. In een aantal scholen rondom Eindhoven zullen speciale activiteiten hieromheen worden georganiseerd. Voor meer info over ARISS kunt u terecht op de ESA DELTA web site of op: http://www.ariss-eu.org/

Universiteit
Studenten kunnen een voorstel doen voor een experiment dat uitgevoerd kan worden aan boord van het ISS. De hoofdprijs is dat een experiment ook werkelijk door Andre Kuipers wordt uitgevoerd. Voorstellen van studenten zullen worden geselecteerd door een speciaal daarvoor samengestelde commissie. De selectie van de winnaar zal plaatsvinden in November 2003 om net op tijd te zijn voor de feitelijke vlucht in april 2004. Het door de student(en) voorgestelde experiment dient gebruik te maken van de unieke omstandigheden in een ruimtelaboratorium. Hierbij moet gedacht worden aan: a) het feit dat het station in 90 minuten rond de Aarde vliegt en dat vanuit die baan het aardoppervlak dus goed geobserveerd kan worden, b) het feit dat er naar de sterrenhemel gekeken kan worden zonder eerst door een kilometers dikke en beeldvertroebelende atmosfeer te moeten kijken, c) uiteraard het feit dat er microgravitatiekracht (“Gewichtloosheid”) heerst, d) maar bijv. ook het feit dat drie tot zes astronauten / kosmonauten voor langere tijd in een betrekkelijk kleine ruimte moeten samenwerken. Deze competitie is dus zeer zeker niet alleen bedoeld voor studenten welke al ervaring hebben met ruimtevaart. Studenten uit alle richtingen worden aangemoedigd aan om voorstellen in te dienen. U kunt meer informatie vinden over deze competie op de web site : http://www.ruimtestation.nl/index.html.
Deze competitie is gewonnen door bug-Energy.

Bug-Energy
Sebastiaan de Vet, 1st year Bachelor student Technical University of Delft, Fact. Aerospace Engineering, Renske Rutgers, 1st year Bachelor student, University Utrecht, School of Economics (USE)
De winnaar van de studentencompetitie is een experimentvoorstel genaamd 'Bug-Energy' (Bug-NRG). Dit experiment wil de unieke conditie van microgewicht benutten om de energieproductie in een bacterie-batterij
te vergroten. Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

GraPhoBox
Karel Buizer; (1st year master student Plant Biology, Utrecht University, Faculty of Biology)
Omdat het gewicht en andere randvoorwaarden voor de studentencompetitie wat gunstig uitpakten kon de 2e in de scorelijst ook geaccommodeerd worden. Dit experiment is 'GraPhoBox'. Een voorstel van Karel Buizer van de universiteit Utrecht. Dit experiment kijkt, in de modelplant Arabidopsis thaliana, naar de interactie tussen gravitropie (richting groei t.g.v. zwaartekracht) en fototropie (richting groei t.g.v. licht) Click hier voor meer details over dit experiment (more details in Engish)

Educatieve Experimenten voor Midelbare School "Taking science out of the classroom", VIDEO-3
Ms. S. Ijsselstein (ESA coordinator ESA-ESTEC); consultants Prof.dr. M. Paiva (UL Brussels, BE), dr. J. van Loon (DESC-VU, NL)
Het belangrijkste doel van dit 'Video-3' experiment is het in beeld brengen van een aantal effecten van gewichtloosheid op het menselijk lichaam. Deze effecten zijn o.a. een veranderde verdeling van de lichaamsvloeistof en bloedcirculatie, een toename in lichaamslengte en een veranderde oriëntatiebeleving ten opzichte van de omgeving. Deze effecten worden tijdens de missie op video vastgelegd. De opnamen vormen de basis voor een educatie DVD voor de leeftijdsgroep 12 tot 18 jaar. Deze opnamen zal op DVD worden uitgebracht in 11 Europese talen en worden vergezeld van een uitgebreide docententoelichting en zal naar verwachting eind 2004 worden verspreid. Meer dan tienduizend exemplaren zullen worden uitgegeven aan scholen in de ESA lidstaten. De DVD geeft docenten een interessant hulpmiddel om de diverse fysiologische fenomenen uit te leggen. Om leerlingen actief bij dit DVD project te betrekken kunnen de experimenten aan boord van het Internationale Ruimtestation in de klassen van Nederlandse en andere Europese scholen worden herhaald, maar dan dus wel onder normale Aardse zwaartekrachtomstandigheden. Voor meer informatie over het educatie programma van ESA kunt u terecht op www.esa.int/spaceflight/education.

Meer informatie over de DELTA missie is te vinden op de ESA / DELTA website

Meer informatie kan verkregen worden van dr.ing. Jack van Loon (DESC-ACTA-VU) 020-4448686 / 0653700944 of bij dr. Rolf P. de Groot (Programmabureau Extern Onderzoek van SRON), tel.: 030-2535656. of dr. Marc Heppener (ISS Utilisation and Promotion Division, ESTEC, Mission Scientist for DSM), tel: 071-2535117 of via de Contact_Us pagina.

Additionele informatie over de vergelijkbare missies: De ESA site Cervantes missie van de Spanjaard Perdo Duque, lancering 18 oktober 2003, en de ESA site over de Odissea missie van de Belg Frank de Winne naar ISS van, lancering 30 oktober 2002. Meer info over de Frank de Winne missie is ook te vinden op de site van het Belgische departement Federale Wetenschapsbeleid.

Clich to increase
André Kuipers tijdens een parablische vlucht.
(Photo:ESA)

André in 'krappe' houding in de Soyuz tijdens training in Star City / Moskou. (Photo:ESA)

Go to the INDEX page